top of page
  • LinkedIn
  • Whatsapp
  • Instagram

Rust kiezen is óók krachtig

  • Foto van schrijver: Lois van Kaathoven
    Lois van Kaathoven
  • 28 aug
  • 5 minuten om te lezen
ree

Samen met Kevin vertrok ik deze zomer naar Schotland om de West Highland Way te lopen, een meerdaagse tocht door de Schotse Hooglanden. We hadden het vaker gedaan: hiken met tent en rugzak, meestal met mooi weer en af en toe een bui. Maar dit keer zou het anders worden. Zes dagen lang, bepakt en bezakt, voorbereid op regen en vol verwachting van ruige bergen, stilte en eindeloze vergezichten.


En ja, dat kregen we. Maar er kwam ook iets anders naar boven. Niet alleen modder, regen en doorweekte spullen – ook oude patronen waarvan ik dacht dat ik ze achter me had gelaten. Patronen die me confronteerden met dezelfde hardheid die me ooit richting een burn-out dreef. Ik ontdekte hoe streng ik nog steeds voor mezelf kan zijn, zelfs als ik kies voor zachtheid. En precies daar, midden in de Highlands, leerde ik opnieuw: rust kiezen is óók krachtig.


De eerste dagen

De start was licht en bijna luchtig. In Glasgow stapten we in korte broek en met frisse moed de trein naar Milngavie in, het officiële beginpunt van de West Highland Way. Het voelde als het echte vertrek: de stad achter ons laten, de natuur in. Maar eerlijk gezegd waren de eerste etappes wat teleurstellend. Lange rechte stukken langs asfalt, weinig hoogte, vooral kilometers maken. Het voelde nog niet als de magie van de Highlands. Daarom besloten we een stuk over te slaan, om sneller bij de ruige natuur te komen waarvoor we hierheen waren gekomen.


We arriveerden op onze volgende bestemming in de regen. Het was een droevige plek met enkel een droge picknicktafel onder een golfplaten afdak, waar het geluid van de regen de hele avond doorklonk. In een droog moment zetten we onze tent op en al vroeg doken we in onze slaapzak.


Uitgeslapen werd het niet. We maakten namelijk een domme fout: onze tent stond niet waterpas. Dat zorgde ervoor dat ik de hele nacht mezelf naar boven moest duwen. Na drie uur slaap en wakker worden van de regen stond ik op met 1–0 achterstand. Maar ach, geen geklaag: de tent was nat, de rest droog, de zon brak even door en na een stevig ontbijt begonnen we aan een nieuwe dag.


Onafgebroken regenbuien

Wat volgde waren onafgebroken regenbuien. De moed zakte langzaam in mijn schoenen. Regencape aan, regencape uit. Het lopen werd zwaarder en de gesprekken verschoven van met elkaar naar ellenlange verhalen in ons eigen hoofd.


Ik begreep ineens waarom mensen zeggen dat je stemming zo veranderlijk kan zijn als het weer. Want dit voelde ik. Iedere dertig minuten een moodswing: van lachen naar tranen, van willen opgeven naar hoopvol doorstappen.


Mijn eerste breakdown kwam in een klein restaurant, de enige plek onderweg waar we even konden zitten. We hadden uren gelopen in de regen en eindelijk zat ik droog aan tafel. Na het eten voelde ik de zwaarte in mijn lijf heel intens. Wetend dat we nog verder moesten, en de regen maar bleef vallen.


Maar na een pauze stapten we toch weer door. Het was even droog, onze glimlach kwam terug en we bereikten uiteindelijk onze campspot. Het voelde bijna euforisch.


Maar toen…

Midges. Natte schoenen. Geen plek om te drogen.


Juist op het moment dat je rust nodig hebt, begint alles tegen te werken. Naast de regen en doorweekte spullen kregen we te maken met de midges – minuscule vliegjes die zich in zwermen om je heen verzamelen. Je kunt niet stilzitten, want binnen enkele minuten zit je onder. Met een muskietennet over ons hoofd probeerden we nog een beetje normaal te functioneren. Het was gekmakend.


Vanaf dat moment begon de echte strijd. Onze spullen werden zwaarder, onze nachten vochtiger, ons geduld korter. De tent rook muf, onze schoenen bleven nat, de jeuk en het gezoem maakten ons moe.


De keuze voor een B&B

Na dagen ploeteren door de regen waren we op. Mijn schoenen voelden als sponsen, mijn rugzak als lood en mijn lijf snakte naar rust. We keken elkaar aan en wisten: zo komen we niet meer bij.


Dus besloten we iets wat we normaal niet zouden doen: Kevin boekte een B&B. Een eigen douche, droge kleren, een zacht bed – het voelde als pure luxe. Die avond hingen we onze sokken en shirts te drogen op de verwarming en zakten we voor het eerst in dagen écht even in. Mijn lijf ontspande, mijn hoofd ook. Alsof er een reservebatterij werd opgeladen waarvan ik niet wist dat ik die nog had.


De volgende ochtend stapten we schoon en uitgeslapen naar buiten. De lucht was helder, ons ontbijt stevig, en ik voelde voor het eerst in dagen weer lichtheid in mijn benen. Kevin keek me aan, glimlachte en zei:“Ik voel wel echt trots. Onze laatste etappe, we gaan ervoor.”

En ik hoorde mezelf antwoorden:“Trots? Ik voel geen trots. We komen net een B&B uitgerold.”


Op het moment dat ik het uitsprak, voelde ik de klap. Hoe kon ik dit zeggen? Terwijl ik hier liep, op misschien 80% energie, juist omdat we hadden gekozen voor rust. Juist omdat we onszelf die ene nacht comfort gunden, zodat we de tocht waardig konden uitlopen.


De strengheid in mij

Toch bleef die stem in mijn hoofd streng. Even later kwamen we een stel tegen dat in de regen hun kletsnatte tent inpakte. En ik dacht: “Zie je wel, zij doen het gewoon.” Alsof dat bewijs was dat ik had gefaald.


In één klap vergat ik dat wij dat ook al dagenlang hadden gedaan. Dat wij óók in de regen hadden gestaan, met klamme slaapzakken en koude vingers. Het ploeteren, het soppen, het vechten tegen de wind – het telde ineens niet meer.


Dat is wat er gebeurt wanneer mijn oude patronen opspelen: ik zie alleen nog wat er níet goed gaat. Alsof 100% niet genoeg is. Alsof pas 120% telt. Alsof ik pas erkenning verdien als ik volledig op mijn tandvlees loop.


Spiegel van de bergen

In die laatste etappe voelde ik opnieuw hoe hardnekkig dit mechanisme is. Ik dacht dat ik dit station allang gepasseerd was, maar de bergen haalden het genadeloos terug naar boven. Vermoeidheid, kou en ongemak pelden alle lagen van me af, tot alleen die ene overtuiging overbleef: je bent pas goed genoeg als je alles geeft.


Het raakte dezelfde snaar als destijds in mijn burn-out. Toen ik mezelf uitputte in diezelfde hardheid. Toen ik dacht dat ik pas waarde had als ik langer doorging, sterker was, beter presteerde. Terwijl ik juist toen heb geleerd dat zachter worden de enige weg vooruit was.


Kevin voelde trots. En hij had gelijk. Want trots mag er óók zijn wanneer je kiest voor jezelf. Wanneer je mildheid toelaat, rust neemt, zachter bent. Trots hoeft niet te wachten tot je helemaal leeg bent. Het mag er zijn onderweg, ook op die momenten waarop je kiest voor comfort in plaats van strijd.


Misschien was dat wel de grootste les die de bergen me meegaven: dat ze niet alleen vragen om doorzettingsvermogen en discipline, maar ook om mildheid en zachtheid. Dat kracht niet altijd zit in volhouden tot het uiterste, maar juist in de keuze om op tijd te vertragen.


Rust kiezen is óók krachtig.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page